goedachten
- Geluid: goedachten (hulp, bestand)
- goed·ach·ten
- samenstelling van goed en achten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
goedachten |
achtte goed |
goedgeacht |
zwak -t | volledig |
goedachten
- overgankelijk als juist en aanvaardbaar betrachten
- Dat kan zeker niet goedgeacht worden.
- Het woord goedachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.