gloedjenieuw
- Geluid: gloedjenieuw (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣlucəˌniw / (3 lettergrepen)
- gloed·je·nieuw
- intensiverende afleiding van gloednieuw bn met het achtervoegsel -je na het eerste deel
stellend | |
---|---|
onverbogen | gloedjenieuw |
verbogen | gloedjenieuwe |
partitief | gloedjenieuws |
gloedjenieuw
- (informeel) zeer nieuw, zodat het er haast ongebruikt uit ziet
- ▸ Giny: "Soms zijn ze zo gloedjenieuw dan er nog een prijsje opzit van zoveel Duitse Mark. (…)"[1]
- Het woord gloedjenieuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Henk J. MeierIn Stedum is het stiller dan op Rottumerplaat in: Nieuwsblad van het Noorden , jrg. 105 nr. 228 (26 september 1992), Nieuwenhuis, Groningen, p. 31 kol. 6