Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gleed af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afglijden

gleed af

  1. enkelvoud verleden tijd van afglijden
    • Ik gleed af. 
    • Jij gleed af. 
    • Hij, zij, het gleed af. 


Gangbaarheid