• gla·sur
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Glas
Naar frequentie 34178
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   glasur     glasuren     glasurer     glasurene  
genitief   glasurs     glasurens     glasurers     glasurenes  

glasur m

  1. glazuur


  • gla·sur
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Glas
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   glasur     glasuren     glasurar     glasurane  

glasur m

  1. glazuur