glasbedrijf
- Geluid: glasbedrijf (hulp, bestand)
- glas·be·drijf
- samenstelling van glas zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasbedrijf | glasbedrijven |
verkleinwoord | glasbedrijfje | glasbedrijfjes |
het glasbedrijf o
- bedrijf dat vensterglas maakt
- ▸ Het glas lag in de kelderresten van een huis dat in 1665 bij een grote brand is verwoest. De archeologen denken dat er in het huis eind 16e en begin 17e een glasbedrijf zat dat glasplaten maakte. De gevonden glasvoorraad was bestemd voor hergebruik, zeggen de archeologen.[1]
- bedrijf dat glazen ramen plaatst in de ramen van gebouwen
- Het woord glasbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Zeldzaam glas gevonden in Roermond” (Woensdag 16 maart 2011, 15:18), NOS