gingen tekeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gingen tekeer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪŋə(n) təˈker / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- gin·gen te·keer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tekeergaan |
gingen (…) tekeer
- meervoud verleden tijd van tekeergaan
- Wij gingen tekeer.
- Jullie gingen tekeer.
- Zij gingen tekeer.
- Wij gingen tekeer.
Gangbaarheid
- Het woord gingen tekeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.