gingen door
- Geluid: gingen door (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪŋə(n) dor / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌχɪŋə(n)ˈdɔːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɣɪŋə(n)ˈdɔːr/
- gin·gen door
vervoeging van |
---|
doorgaan |
gingen door
- meervoud verleden tijd van doorgaan
- Wij gingen door.
- Jullie gingen door.
- Zij gingen door.
- Wij gingen door.
- Het woord gingen door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.