Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging mis
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
misgaan

ging mis

  1. enkelvoud verleden tijd van misgaan
    • Ik ging mis. 
    • Jij ging mis. 
    • Hij, zij, het ging mis. 


Gangbaarheid