ging door
- Geluid: ging door (hulp, bestand)
- IPA: / ɣɪŋ dor / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χɪŋˈdɔːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣɪŋˈdɔːr/
- ging door
vervoeging van |
---|
doorgaan |
ging door
- enkelvoud verleden tijd van doorgaan
- Ik ging door.
- Jij ging door.
- Hij, zij, het ging door.
- Ik ging door.
- Het woord ging door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.