gifwolk
- gif·wolk
- samenstelling van gif en wolk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gifwolk | gifwolken |
verkleinwoord | gifwolkje | gifwolkjes |
- (scheikunde) wolk van giftige stoffen
- De gifwolk die op 3 december 1984 in Bhopal werd uitgestoten, kostte in korte tijd meer dan 2000 personen het leven en tastte de gezondheid van tussen de 150.000 tot mogelijk wel 600.000 andere mensen aan, waarvan later nog 6000 aan de gevolgen van de blootstelling zouden bezwijken
- Het woord gifwolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gifwolk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be