gifei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gif·ei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gif en ei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gifei | gifeieren |
verkleinwoord | gifeitje | gifeitjes |
Zelfstandig naamwoord
het gifei o
- een ei waarin een giftige stof zit
- Wie in 2017 een gifei at, kreeg te veel fipronil binnen.