fipronilei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fipronilei (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fi·pro·nil·ei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fipronil en ei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fipronilei | fipronileieren |
verkleinwoord | fipronileitje | fipronileitjes |
Zelfstandig naamwoord
het fipronilei o
- een ei dat (mogelijk) besmet is met fipronil
- In 2017 werden er veel fipronileieren geruimd.