Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gif·belt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifbelt gifbelten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gifbeltv / m

  1. stortplaats voor giftig afval
    • De sanering van de oude gifbelt gaat miljoenen kosten. 

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be