gietlepel
- giet·le·pel
- samenstelling van giet ww en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gietlepel | gietlepels |
verkleinwoord | gietlepeltje | gietlepeltjes |
de gietlepel m
- grote lepel met houten steel om gesmolten lood in de vorm te gieten
- kleine, van een steel voorziene bak, waarin gesmolten metaal wordt opgevangen
- Het woord gietlepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietlepel" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be