• IPA: /'jieldan/
  • Afkomstig van het Germaanse *geldhan vanwaar ook het Oudfriese gelda, het Oudsaskische geldan (Nederlandse gelden), het Oudhoogduitse geltan (Duitse gelten) en het Oudnoorse gjalda afkomstig zijn.

ġieldan

  1. betalen
  2. terugbetalen, teruggeven
  3. vergelden, belonen