• ge·zwe·ten
vervoeging van: zweten…
geen verbogen vorm

gezweten

  1. voltooid deelwoord van zweten
    • De pers heeft etter en bloed gezweten om aan die pagina te ontkomen. [1]
    • Zij brengen mee veel kostelijkheden,
      Van parels, goud en zijden kleden,
      Sits, porselein in overvloed,
      Theetje, theeboei, platen gezeten,
      Daar zij zo droevig voor gezweten
      Hebben; meisjes, zo is hij goed.
        [2]
  • In de standaardtaal is 'zweten' een volledig zwak werkwoord en is het voltooid deelwoord dus 'gezweet'. [3] Soms wordt voor een stilistisch effect (ritme of nadruk) echter de vorm gezweten gebruikt. Zulk gebruik van sterke voltooide vormen doet zich ook bij enkele andere werkwoorden voor. [4]