gezondheidsnorm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gezondheidsnorm    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·zond·heids·norm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gezondheid zn  en  norm zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gezondheidsnorm	gezondheidsnormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsnorm v / m

1. (medisch) waarde die aangeeft wat men nog als niet schadelijk voor de gezondheid kan of mag accepteren

   ▸ Tv-programma Zembla meldt in de uitzending van donderdag dat ook baby's die uit de borst drinken bij vrouwen die in het gebied rond Chemours wonen te veel PFAS binnenkrijgen. De baby's krijgen volgens de onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam gemiddeld tien keer meer PFAS binnen dan wat op basis van de gezondheidsnorm veilig wordt geacht.

   ▸ Het is onverstandig om meer dan één keer per jaar zelf gevangen vis te eten uit de Westerschelde. Dat zegt het RIVM op basis van voorlopige onderzoeksresultaten. Vissen nemen zoveel van de schadelijke stof pfas op uit het water, dat al bij consumptie van kleine hoeveelheden de pfas-gezondheidsnorm wordt overschreden.

   ▸ De branche steunt het voorstel van het RIVM om tot een eigen, strengere gezondheidsnorm te komen voor de rubbergranulaatkorrels en is bereid om mee te werken aan de snelle totstandkoming ervan. De bandenbranche is kritisch over de berichtgeving over rubbergranulaatkorrels. "Dat sommige media de veiligheid van rubbergranulaat ondanks de feiten en al het gedane onderzoek in twijfel trekken, betreuren wij zeer."

Gangbaarheid

• Het woord gezondheidsnorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.