gezondheidsmonitor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·mo·ni·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsmonitor gezondheidsmonitors
gezondheidsmonitoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsmonitorm

  1. (medisch) rapport over de gezondheidstoestand van een bepaalde populatie
     Uit de nieuwe Gezondheidsmonitor komen ook andere negatieve gevolgen van de coronacrisis naar voren. Zo bewogen Twentse jongeren in 2020 minder dan in de jaren ervoor. Ook ervaart een kwart van de minderjarigen meer stress.[1]
     Omwonenden van Tata Steel in IJmuiden hebben significant meer last van hart- en vaataandoeningen en een hoge bloeddruk dan mensen buiten de IJmond. Dat komt door de uitstoot van fijnstof door Tata Steel, meldt de GGD in een nieuwe Gezondheidsmonitor, op basis van cijfers uit 2020.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Minderjarigen in Twente drinken weer meer en op jongere leeftijd” (Dinsdag 13 april 2021, 08:51), NOS
  2.   Weblink bron “GGD: meer hart- en vaatziekten door Tata Steel in IJmond” (Donderdag 9 juni 2022, 13:20), NOS