gezondheidsenquête

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·en·quê·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsenquête gezondheidsenquêtes
verkleinwoord gezondheidsenquêtetje gezondheidsenquêtetjes

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsenquêtev / m

  1. (medisch) onderzoek naar de gezondheidstoestand van een groep mensen met behulp van een vragenlijst
     Bijna een kwart van de Nederlanders van 25 jaar en ouder had in 2018 slaapproblemen. Dat meldt het CBS op basis van cijfers uit de Gezondheidsenquête.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Steeds meer Nederlanders kampen met slaapproblemen” (Dinsdag 20 augustus 2019, 00:01), NOS