gezekerd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezekerd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈzekərt / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χə.ˈze.kərt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣə.ˈze.kərt/
- (Limburg): /ɣə.ˈze.kərd/
Woordafbreking
- ge·ze·kerd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | zekeren… |
verbogen vorm: | gezekerde |
gezekerd
- voltooid deelwoord van zekeren