gewroet
- ge·wroet
- vervoeging van wroeten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt
- Naamwoord van handeling van wroeten met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewroet | - |
verkleinwoord | - |
het gewroet o
- het gedurig wroeten
- Dat gewroet door de wilde zwijnen richt veel schade aan.
vervoeging van: | wroeten… |
verbogen vorm: | gewroete |
gewroet
- voltooid deelwoord van wroeten
- Het woord gewroet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewroet" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be