Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wenst·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewenstheid gewenstheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gewenstheidv / m

  1. een iets dat wenselijk bevonden wordt.
    • Er werd een onderzoek uitgevoerd naar de gewenstheid van een bepaald onderwerp. 
Antoniemen

Gangbaarheid