• ge·vel·toe·rist
enkelvoud meervoud
naamwoord geveltoerist geveltoeristen
verkleinwoord - -

de geveltoeristm

  1. inbreker die zich toegang probeert te verschaffen door langs gevels omhoog te klimmen
91 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be