gevangenbewaarster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·van·gen·be·waar·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangenbewaarster -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gevangenbewaarsterv

  1. (beroep) vrouwelijke gevangenbewaarder

Gangbaarheid