getwintig
- ge·twin·tig
getwintig
- met het aantal van twintig
- Men zingt getwaalf, getwintig, vrouwen alleen, mannen alleen, allemaal tegelijk. [2]
- Het woord 'getwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bruggen, K. van"Plaudite cives!" in: Algemeen Handelsblad jrg. 112 nr. 236711 (8 april 1939); p. 18 (Zat.Bijv. 4) kol. 2; geraadpleegd 2018-11-06