getten
- [slobkousen]
- [scheidingsaktes] [1]
- get·ten
- get met de uitgang -en
de getten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord get
- «Hij droeg lederen getten, een grijze regenjas en een hoed.[2]»
- slobkousen
- «Hij droeg lederen getten, een grijze regenjas en een hoed.[2]»
- Het woord 'getten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.