gespleten
- ge·sple·ten
- vervoeging van splijten: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van: | splijten… |
geen verbogen vorm |
gespleten
- voltooid deelwoord van splijten
- Het woord gespleten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gespleten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be