• ge·schil·derd
vervoeging van: schilderen…
verbogen vorm: geschilderde

geschilderd

  1. voltooid deelwoord van schilderen
     Op de derde dag kwamen we aan bij een verlaten herdershut langs de woeste Kerns rivier en besloten al snel daar te blijven voor een zero in de natuur. De hele dag werd er gekaart, vuur gemaakt, gezwommen en geschilderd.[1]
stellend
onverbogen geschilderd
verbogen geschilderde
partitief geschilderds

geschilderd

  1. geverfd
    • De in pastelkleuren geschilderde houten huizen in Noorwegen zagen er mooi uit. 
  2. door kunstschilder met verf gemaakt
    • De fraai geschilderde portretten uit de 17de eeuw zijn te zien in het Rijksmuseum. 
  • pas geschilderd
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers