geschied
- ge·schied
- vervoeging van geschieden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
geschieden |
geschied
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geschieden
- Ik geschied.
- gebiedende wijs van geschieden
- Geschied!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geschieden
- Geschied je?
vervoeging van: | geschieden… |
verbogen vorm: | geschiede |
geschied
- voltooid deelwoord van geschieden
- Grammaticaal is dit ook de gebiedende wijs, eerste persoon enkelvoud en de jij-vorm van de tegenwoordige tijd in inversie, maar deze vormen komen (vrijwel) niet voor.
- geschiedboek, geschiedbron, geschiedfilosofie, geschiedkunde, geschiedrol, geschiedschrijver, geschiedverhaal, geschiedvervalsing, geschiedvorser, geschiedwerk
- Het woord geschied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.