• ge·schied
  • vervoeging van geschieden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
geschieden

geschied

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geschieden
    • Ik geschied. 
  2. gebiedende wijs van geschieden
    • Geschied! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geschieden
    • Geschied je? 
vervoeging van: geschieden…
verbogen vorm: geschiede

geschied

  1. voltooid deelwoord van geschieden
  • Grammaticaal is dit ook de gebiedende wijs, eerste persoon enkelvoud en de jij-vorm van de tegenwoordige tijd in inversie, maar deze vormen komen (vrijwel) niet voor.