gerven
Niet te verwarren met: Gerven |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ger·ven
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands gerven, geerwen, geruwen, gaerwen van Oudnederlands gerwen; afgeleid van gaar bn [1][2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gerven |
gerfde |
gegerfd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gerven
- overgankelijk looien van leer
- overgankelijk (verouderd) gereed maken, klaarmaken
- overgankelijk (verouderd) (religie) (katholiek) aandoen van het gewaad dat bij het ambt of de orde van een priester hoort
- inergatief nieuw dons en veren krijgen
zich gerven
- wederkerend (verouderd) (religie) (katholiek) aantrekken van het gewaad dat bij het ambt of de orde van een priester hoort
Gangbaarheid
- Het woord 'gerven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.