• ge·res·pec·teerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gerespecteerd gerespecteerder gerespecteerdst
verbogen gerespecteerde gerespecteerdere gerespecteerdste
partitief gerespecteerds gerespecteerders -

gerespecteerd

  1. achtenswaardig, respectabel
    • Toen de nazi's in 1933 aan de macht kwamen dacht Hausdorff aanvankelijk dat hij, als gerespecteerd universitair hoogleraar, niet zou worden vervolgd. Zijn abstracte wiskunde werd echter in 1936 als "Joods", "on-Duits" en "nutteloos" veroordeeld, waarna hij zijn positie verloor en niet meer in Duitse tijdschriften mocht publiceren 
vervoeging van: respecteren…
verbogen vorm: gerespecteerde

gerespecteerd

  1. voltooid deelwoord van respecteren