Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·reed·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gereedhouden
hield gereed
gereedgehouden
klasse 7 volledig

Werkwoord

gereedhouden

  1. overgankelijk zorgen dat iets direct gebruikt kan worden
    • Je moet je paspoort gereedhouden bij de paspoortcontrole op het vliegveld. 

Gangbaarheid