gepavoiseerd
- ge·pa·voi·seerd
- vervoeging van pavoiseren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | pavoiseren… |
verbogen vorm: | gepavoiseerde |
gepavoiseerd
- voltooid deelwoord van pavoiseren
- vormt de voltooide tijden
- De schippers hebben hun vaartuigen gepavoiseerd.
- vormt de lijdende vorm
- De straten worden gepavoiseerd met oranje en de nationale vlaggen.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- Alle schepen in de haven zijn vandaag gepavoiseerd.
- attributief gebruikt:
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gepavoiseerd | gepavoiseerder | gepavoiseerdst |
verbogen | gepavoiseerde | gepavoiseerdere | gepavoiseerdste |
partitief | gepavoiseerds | gepavoiseerders | - |
gepavoiseerd
- met vlaggen versierd
- Er wordt een gondelvaart georganiseerd met verlichte en gepavoiseerde jachten.
- Het woord gepavoiseerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.