• ge·nie·te
vervoeging van: nieten…
verbogen vorm: genietee

geniete

  1. verbogen vorm van geniet, voltooid deelwoord van nieten
     Heel vaak zijn ze in gestencilde en later gefotokopieerde of uitgeprinte en geniete vorm verschenen bij zogenaamde toneelfondsen, die ze op huurbasis aan theatergezelschappen verstrekken, en ze ontbreken grotendeels in de openbare bibliotheken, ook al omdat deze toneelfondsen er niet happig op blijken te zijn dat de door hen auteursrechtelijk beheerde teksten via een ander circuit worden geconsulteerd.[1]
vervoeging van
genieten

geniete

  1. aanvoegende wijs van genieten
     Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, dit is een gave Gods.[2]
  1.   Weblink bron
    Frans Denissen
    “De Nederlandse vertalingen van Italiaanse literatuur (1800-2000).” (2015) op dbnl.org  
  2.   Weblink bron
    Statenvertaling van de Bijbel
    “Prediker 3:13”