Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·meen·te·ni·veau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeenteniveau gemeenteniveaus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gemeenteniveauo

  1. laagste bestuurslaag die een gemeente als werkterrein heeft
     Zijn collega-hoogleraar Geerten Bogaard benadrukte ook het belang van Kamerleden en op gemeenteniveau van raadsleden. "Het moet zichtbaar zijn dat het niet alleen gaat om een persconferentie van de uitvoerende macht", refereerde hij aan Rutte en De Jonge die met enige regelmaat samen op een podium staan. "De volksvertegenwoordigers moeten hun rol pakken."[1]
     Het probleem is niet op gemeenteniveau te regelen of in het provinciehuis. Dat moet vastgelegd worden in landelijke wet- en regelgeving. "Alleen zo creëer je duidelijkheid voor alle partijen. In heel Nederland", zegt GroenLinks-wethouder Tom van den Nieuwenhuijzenin het Eindhovens Dagblad.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Guus Dietvorst
    “Coronawet: kritiek van experts (en van demonstranten verderop)” (Vrijdag 4 september 2020, 17:38), NOS
  2.   Weblink bron “Politieke crisis in Noord-Brabant om intensieve veehouderij” (Zaterdag 25 maart 2017, 16:16), NOS