gemeentelid
- Geluid: gemeentelid (hulp, bestand)
- ge·meen·te·lid
- samenstelling van gemeente en lid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeentelid | gemeenteleden |
verkleinwoord | gemeentelidje | gemeentelidjes |
het gemeentelid o
- lid van een (kerkelijke) gemeente
- Het woord gemeentelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.