• ge·loofs·kwes·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord geloofskwestie geloofskwesties
verkleinwoord geloofskwestietje geloofskwestietjes

de geloofskwestiev

  1. (religie) zaak die de kerkelijke gezindheid betreft
     De populariteit van Ahok is daarna gekelderd, terwijl hij daarvoor de grote favoriet was. "Hij is bezig om van de chaotische stad een functionerende metropool te maken. Hij werkt aan verbeteringen van het verkeer en wil overstromingen voorkomen. Dat wordt hem in dank afgenomen. Maar die geloofskwestie kwam ertussendoor."[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Belasterde christelijke gouverneur Jakarta verliest verkiezingen” (Woensdag 19 april 2017, 13:06), NOS