Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·gan·teer·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

geganteerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geganteerd
    • De zeer deftige eigenaar beklopte met geganteerde hand de deur, (…) [1]

Werkwoord

vervoeging van: ganteren…
verbogen vorm: geganteerdee

geganteerde

  1. verbogen vorm van geganteerd, voltooid deelwoord van ganteren

Gangbaarheid

Verwijzingen