geelsel
- geel·sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelsel | |
verkleinwoord |
het geelsel o
- kleurstof waarmee men iets geel maakt
- Het woord geelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geelsel" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be