• ge·dood
  • vervoeging van doden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
vervoeging van: doden…
verbogen vorm: gedode

gedood

  1. voltooid deelwoord van doden
     Geen van de onderzoeken die waren uitgevoerd had antwoord kunnen geven op de vraag waarom de eerste brug in de rivier was gestort en achttien man had gedood.[1]
stellend
onverbogen gedood
verbogen gedode
partitief gedoods

gedood

  1. dood gemaakt
    • De gedode soldaten kregen een graf op de militaire begraafplaats. 
    • De gedode bacteriën konden zich niet meer delen. 
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142