• ge·denk·re·de
enkelvoud meervoud
naamwoord gedenkrede gedenkredes
verkleinwoord

de gedenkredev / m

  1. mondelinge voordracht om iets of iemand te gedenken of te herdenken
     (Belga) Met een minuut stilte hebben ruim 5.000 mensen zaterdag in het Zuid-Japanse Nagasaki herdacht dat 63 jaar geleden een atoombom op de stad werd gegooid. In zijn gedenkrede riep burgemeester Tomihisa Taue de leiders van de wereld op af te zien van atoomwapens.[1]
     Nadat ik de paar zinnen waaruit mijn gedenkrede bestond had uitgesproken, keerde ik bijna zonder adempauze terug tot het onderhandelingsthema.[2]


  1.   Weblink bron “Nagasaki herdenkt atoomaanval van 63 jaar geleden” (Zaterdag 9 augustus 2008 om 00:00), De Standaard
  2. Péter Nádas
    “Het boek der herinneringen” (1986), Athenaeum - Polak & Van Gennep  , ISBN 9055154407