gedaver
- ge·da·ver
- Naamwoord van handeling van daveren met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedaver | |
verkleinwoord |
het gedaver o
- een aanhoudend zwaar geluid met name door zwaar verkeer
- Dus trekken Jan Pikkemaat en Johan ten Buuren aan de bel. Zij hebben een brief opgesteld voor de gemeente die wordt gesteund door vrijwel alle bewoners van de Molenstraat. Met hun petitie willen de bewoners hun ongenoegen en bezorgdheid uiten over ‘het lawaai en gedaver’ van het vrachtverkeer.[1]
- Tijdens zijn studententijd kon hij aan het gedaver boven de Leidse collegezaal al horen welke toestellen er overvlogen.[2]
- Het woord gedaver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedaver" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia 19-01-17, Bewoners zijn vrachtverkeer Molenstraat Ootmarsum zat
- ↑ Tubantia WOUTER DE WINTHER 17 mei 2017 ’Problemen neem je niet mee naar boven’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be