geïncasseerd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geïncasseerd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˌɪŋkɑˈsert / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˌʔɪŋkɑˈsɪːrt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˌʔɪŋkɑˈseːrt/
Woordafbreking
- ge·in·cas·seerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van incasseren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | incasseren… |
verbogen vorm: | geïncasseerde |
geïncasseerd
- voltooid deelwoord van incasseren