• gau·let
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud gaulet
o enkelvoud gaulet
meervoud gaulede
gaulete
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
gaulede
gaulete

gaulet

  1. huilend, roepen, schreeuwend

gaulet

  1. verleden tijd van gaule
  2. voltooid deelwoord van gaule

gaulet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gaul


  • gau·let

gaulet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gaul