Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·ver·stik·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasverstikking gasverstikkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gasverstikkingv

  1. (medisch) stikken door een te grote hoeveelheid gas in de ingeademde lucht
     Een van de schrijnendste verhalen uit de Apollobuurt gaat over de Joodse oogarts Jacob Pinkhof en zijn gezin. Zij woonden schuin tegenover de Zentralstelle, op de Jan van Eijckstraat nummer 20. Op 19 september 1942 pleegde hij samen met zijn vrouw en drie kinderen zelfmoord door middel van gasverstikking. Hun lichamen werden gevonden in de keuken.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ronja Hijmans
    “Deze Amsterdamse wijk was in oorlog berucht: 'Hier werden mensen gemarteld'” (Zondag 20 oktober 2019, 15:36), NOS