gastroseksueel
- Geluid: gastroseksueel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑstroˌsɛksyˌwel / (5 lettergrepen)
- gas·tro·sek·su·eel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastroseksueel | gastroseksuelen |
verkleinwoord |
de gastroseksueel m
- iemand die zijn kookkunst aanwendt om een partner te verwennen of te versieren
- ▸ De andere zeven genomineerde woorden waren: duyvendakken, gastroseksueel, horroropa, hufterindex, slaaprijden, smirten en zweef-tv. Alle betekenissen stonden op www.woordvanhetjaar.nl.[1]
- 'De liefde gaat door de maag' is de lijfspreuk van de gastroseksueel.
- ▸ De andere zeven genomineerde woorden waren: duyvendakken, gastroseksueel, horroropa, hufterindex, slaaprijden, smirten en zweef-tv. Alle betekenissen stonden op www.woordvanhetjaar.nl.[1]
- Het woord gastroseksueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gastroseksueel" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron mcu“Swaffelen woord van het jaar” (16/12/2008), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be