Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·ou·der·op·vang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastouderopvang gastouderopvangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gastouderopvangm

  1. het tijdelijk opvangen door een ouder, meestal een vrouw, van andermans kinderen na schooltijd of bij ziekte (tegen een vergoeding)

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen