Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasnet gasnetten
verkleinwoord gasnetje gasnetjes

Zelfstandig naamwoord

het gasneto

  1. netwerk van buizen voor de distributie van gas
    • Voor het jaar 2050 moeten alle Amsterdamse huizen van het aardgas af. Nieuwbouw in de stad krijgt voortaan geen aansluiting meer op het gasnet [1] 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen