gardist

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gardist    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gar·dist

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van garde met het achtervoegsel -ist

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gardist	gardisten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de gardist m

1. (militair) gardesoldaat

Gangbaarheid

• Het woord gardist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gardist" herkend door:

68 %	van de Nederlanders;
45 %	van de Vlamingen.