gammavariant
- gam·ma·va·ri·ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gammavariant | gammavarianten |
verkleinwoord |
- een variant van iets dat aangeduid wordt met de Griekse letter gamma
- (medisch) een besmettelijke variant van het coronavirus die in januari 2021 werd ontdekt
- alfavariant, bètavariant, chivariant, deltavariant, epsilonvariant, ètavariant, jotavariant, kappavariant, lambdavariant, muvariant, nuvariant, omegavariant, omikronvariant, phivariant, pivariant, psivariant, rhovariant, sigmavariant, tauvariant, thètavariant, xivariant, ypsilonvariant, zètavariant
- Het woord 'gammavariant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.